Voor mezelf beginnen (2)
Het was eind september van het vorige jaar dat ik op de borrel van de bijeenkomst van mijn zakelijke netwerk WeetWatWerkt besloot om voor mijzelf te beginnen. Na 7 mooie jaren bij Groen & Heesen was het tijd om een nieuwe weg in te slaan. Ik zal in deze blog ‘Voor mezelf beginnen’ periodiek vertellen over mijn ervaringen en ontdekkingen bij het opzetten van mijn eigen bedrijf: Theo Hermsen Organisatieadvies.
Mijn eerste blog ging over de aanloop naar mijn beslissing en mijn eerste ervaringen. De afgelopen weken stond het teken van netwerken. Bijpraten met oude bekenden, maar ook nieuwe contacten leggen..
Sinds 1 februari ben ik begonnen om de inhoudelijke aansturing te doen voor Vitesse Betrokken, de maatschappelijke stichting van de BV Vitesse. Namens Vitesse Betrokken was ik 24 januari jl. aanwezig op een Expertisedag van de KNVB in de Galgenwaard in Utrecht. Daar was ik om te praten over het maatschappelijke verantwoord ondernemen in tijden van bezuiniging en hoopte ik wat nieuwe contacten in de voetbalwereld te leggen.
Ik ging naar twee workshops van Meer dan Voetbal. Een stichting die de maatschappelijke activiteiten van betaald voetbalorganisaties stimuleert en onder de aandacht brengt. Tijdens de workshop kom ik aan de praat met de directeur van Meer dan Voetbal over hoe betaald voetbalorganisaties (BVO’s) en de gemeenten meer van elkaar zouden kunnen profiteren. Mijn ervaring is dat het twee werelden zijn die heel anders georganiseerd zijn. Dat kan soms schuren, maar is ook heel veel mogelijk als beide partijen elkaars toegevoegde waarde zien en intensief samenwerken.
Nadat ik de eerste contacten had gelegd op deze dag, regelde ik een afspraak met de directeur van Meer dan Voetbal. 7 maart om 14.00 uur tegenover het KNVB Sportcentrum in de Zeister bossen. Aangezien ik geen auto heb, bekeek ik zoals altijd de avond van tevoren hoe ik daar met het openbaar vervoer zou kunnen komen. Helaas bleek de bus één keer per uur te rijden en om 13.09 of 14.09 aan te komen. Veel te vroeg of veel te laat. Ik kwam tot de ingenieuze oplossing: ik pak de fiets. Het is 17 kilometer, dat moet kunnen. Dan kan ik mijn volgende afspraak om 17.00 uur in Amsterdam nog met gemak halen.
Ik fiets in mijn nette pak naar Zeist en kom netjes op tijd aan bij het Hotel Restaurant Oud London, wat ligt 100 meter van KNVB Sportcentrum. Mooi op tijd, dus kan ik, onder het genot van kopje koffie, me voorbereiden op het gesprek. Ik heb nou niet bepaald een nieuwe fiets, dus ik stel mezelf de vraag: wat doe ik ermee? Fiets ik ernaar toe of zal ik de fiets bij Oud London achterlaten? Ik besluit het laatste te doen. Goede keus, want er staan allemaal mooie auto’s op de parkeerplaats. Daar had mijn fiets wat schril bij afgestoken.
Na een goed gesprek met de directeur van Meer dan Voetbal loop ik terug naar Oud London. Het regent. Oef, wat doe ik nu? Ik ga nog even een kopje koffie scoren. Dan kan ik nog even rustig het gesprek in laten dalen en op de buienradar kijken, wanneer ik het beste terug kan fietsen. Maar helaas geen goed nieuws. Het blijft de komende uren regenen…
Omdat ik om 17.00 uur in Amsterdam moet zijn, besluit ik terug te fietsen. Optimist als ik ben, heb ik natuurlijk mijn regenkleding thuis laten liggen. Ik fiets terug en het blijft regenen. Allerlei gedachtes schieten door mijn hoofd: ‘Zal ik mijn fiets hier achterlaten?’ ‘Mooi dat voor mezelf beginnen!’ ‘Het leven van snelle, flitsende consultant in een notendop.’ ‘Waarom heb ik geen auto?’ Maar ook: ‘Hoe kom ik een beetje droog aan bij mijn volgende afspraak?’
Halverwege kom ik de Uithof op fietsen en mijn gevoel zegt dat er in de Universiteitbibliotheek vast een WC te vinden is met flink wat toiletpapier. Een mooie plek om mijn natte pantalon, jas en haren wat af te drogen. Als een verzopen kat loop ik de Universiteitsbibliotheek binnen vol met groepjes studenten. Op naar het toilet. Daar dep ik mezelf een beetje droog. Maar ik moet nog door naar Station Utrecht Centraal, dus ik besluit een voorraadje toiletpapier in de binnenzak van mijn jas te stoppen, zodat ik mezelf op het station nog een beetje kan fatsoeneren.
Ik fiets verder, de regen houdt aan en ik word wederom kleddernat. Bij het viaduct van Utrecht Centraal aangekomen, parkeer ik mijn fiets. Uit de binnenzak van mijn jas haal ik wat toiletpapier en maak mezelf droog. Ik fatsoeneer mezelf en haast mezelf naar de trein. Op naar mijn afspraak in Amsterdam in een gelukkig droge en warme trein.